Ik ben niet gauw bang.
Meestal weet ik mezelf aardig bijeen te houden als er iets gebeurt waar anderen meer moeite mee hebben. Angst zie ik namelijk doorgaans als een slechte raadgever waardoor ik na een paar donkere gedachten meestal direct begin te relativeren. De uitspraak: “het komt wel weer goed” is dan ook vaak te horen uit mijn mond en meestal komt deze voorspelling na een tijdje uit. “Het komt wel weer goed”.
Natuurlijk als ik dergelijke dingen zeg, weet ik dat helemaal niet zeker, maar het helpt mijzelf en mijn zoon om niet de strijd met de tegenslagen in het leven te verliezen. Met positiviteit een probleem tegemoet treden is iets wat mijn ouders mijn broer en mij al op jonge leeftijd hebben meegegeven en ik geef het weer door aan mijn zoon. Want op een andere manier door het leven gaan, maakt het leven zelf in mijn ogen veel zwaarder.
Nu wordt deze wijze van in het leven staan en problemen benaderen, best wel vaak op de proef gesteld. Ik kan namelijk niet beweren dat ik het geluk aan mijn zijde heb en ik zonder kleerscheuren door het leven ben gegaan.
Mijn vader stierf op mijn 19e na een zes jaar lang gevecht met kanker. Mijn huwelijk monde na 4 jaar in een 4 jaar lange vechtscheiding met hoge schulden als gevolg. Mijn astmatische zoon kon op zijn 9e niet meer bij zijn moeder wonen waardoor ik als alleenstaande vader volledig de zorg op mij moest nemen en nu drie jaar geleden verloor ik de controle over de spierkracht in mijn benen waardoor ik me meestal moet verplaatsen in een rolstoel. Toch blijf ik van de limoenen die ik bedeeld krijg, limonade maken en probeer ik positief naar de toekomst te kijken. “Het komt namelijk altijd wel goed”.
De grootste angst die ik doorgaans heb, is dat er iets met mijn zoon gebeurt. Met zijn inmiddels veertien jaar is hij een behoorlijk zelfstandige en verantwoordelijke man aan het worden en hoef ik niet veel te vrezen maar toch blijft het je kind. Als hij een zware astma-aanval heeft, betrap ik me er zelf op dat het soms de donkerste gedachten in mij naar boven brengt, die ik dan weer als vakkundige vader wegstop voor mijn zoon. Hij moet niet zien dat ik me te veel zorgen maak aangezien ik zijn rots ben waar hij zijn zekerheid aan ontleent. Dus zeg ik maar weer: “Het komt wel weer goed”.
Maar afgelopen week is er een kink in de kabel gekomen. Mijn relativeringsvermogen is niet groot genoeg om de angst te relativeren en fatalistische gedachten lijken het steeds vaker te winnen van mijn positiviteit. “Het komt wel goed”, is niet goed genoeg en ik merk dat ik mijn overtuiging kwijt begin te raken.
Een infarct in mijn Milt is de boosdoener en hoewel er geen directe oorzaak is te vinden waardoor het infarct is ontstaan, zijn er mogelijk vele gevolgen aangezien mijn Milt ruim tien dagen geen bloed toevoer meer heeft gehad.
Natuurlijk kan je zonder je milt leven en als je dan toch een infarct moet hebben dan kan je die het beste in je milt krijgen aangezien het dan niet levensbedreigend is. Maar het is niet zonder gevolgen.
Je milt is een van de organen die zorgt voor de zuivering in het lichaam en direct verbonden is met je afweersysteem. Antibiotica zal een veel voorkomend medicijn voor me worden en vele vaccinaties zullen jaarlijks mijn armen, buik en billen ingaan.
Maar dit laatste is niet het ergste. Het laatste valt prima mee te leven.
Nee, het feit dat ik op mijn 41e zonder direct verklaarbare reden een infarct heb gehad, maakt mijn manier van leven wiebelig. Want, zal het wel weer goed komen?
Het feit dat je als mens van de ene dag op de andere volledig onderuitgehaald kan worden door een klein bloedpropje, is confronterend.
Het maakt de nietigheid van het bestaan nog groter en laat me twijfelen over de vele keuzes die ik voor mijzelf heb gemaakt.
Moet ik niet meer doen met mijn leven?
Kan ik trots zijn op mijzelf.
Heb ik genoeg voor de maatschappij gedaan en wat laat ik achter…..
Misschien is het stom om zo te denken.
Misschien is het nog niet lang genoeg geleden om het te relativeren.
Maar misschien komt het voor het eerst ook niet goed.
BASTIAAN TOORENENT
Ach lieve Bastiaan wat een prachtig stuk 😘 ik ga niet zeggen komt wel goed want ik heb er ook even geen woorden voor. Liefs Linde
Ach, Bas…
ik voel met je mee.
Kus,
Marion Sabel